U heeft zich vast wel eens afgevraagd: bestaat God en wat moet ik mij daarbij voorstellen, of, hoe leid ik een goed leven, hoe verhoud ik mij tot andere mensen en tot uiteenlopende gebeurtenissen? Deze vragen moeten ook de jonge Spinoza hebben beziggehouden en aangezet hebben tot het schrijven van een omvangrijk oeuvre.

Het is Spinoza’s diepste overtuiging dat de mens geen zelfstandig koninkrijkje binnen het grote rijk van de natuur is, maar een integraal onderdeel van die natuur, waarin alles in een oneindige keten van oorzaak en gevolg met elkaar verbonden is. Spinoza schrijft:

‘Elk afzonderlijk iets ofwel ieder willekeurig ding dat eindig is en een bepaald bestaan heeft, kan niet bestaan noch tot werken worden bepaald als het niet tot bestaan en tot werken wordt bepaald door een andere oorzaak, die ook eindig is en een bepaald bestaan heeft; en deze oorzaak wederom kan evenmin bestaan noch tot werken worden bepaald als ze niet door een andere, die ook eindig is en een bepaald bestaan heeft, tot bestaan en werken wordt bepaald, en zo verder tot in het oneindige.’

Het is dan ook vanuit zo’n totaalperspectief dat de mens moet worden bezien. Dat verklaart ook waarom zijn hoofdwerk, de Ethica (over ‘hoe moet ik handelen’), zich presenteert als een ethiekdie begint bij God.

‘Uit de noodzakelijkheid van de goddelijke natuur moeten oneindige dingen op oneindige wijzen […] volgen, stelt Spinoza in deel 1 van de Ethica. Met andere woorden: uit God kan verder allesworden afgeleid. Een filosofie die dat zou willen beschrijven, zou het totale universum, het hele boek van de natuur als uitgangspunt moeten nemen. Dat is onmogelijk. Spinoza is ook niet in het hele universum geïnteresseerd. Het gaat hem – en dat drukt hij in de titel ‘Ethica’ al uit – slechts om de natuur vanuit het perspectief van het menselijk heil. Dat is al zo in het hoogst abstracte eerste deel, waar het nog niet eens over mensen gaat. Spinoza dicht God een oneindig aantal attributen of eigenschappen toe, maar beperkt zich verder tot de twee attributen die voor de mens kenbaar zijn, namelijk denken(de wereld beschouwd onder het niet-stoffelijke, geestelijke aspect) en uitgebreidheid(de wereld beschouwd onder het stoffelijke aspect). God is veel meer dan wij kunnen kennen.

Spreker op 25 oktober a.s. is Rian Goossens. Zij is docent maatschappijleer en levensbeschouwing op een middelbare school. Zij studeerde onder andere wijsbegeerte en rondde deze studie af met een scriptie over Spinoza. Naast het lesgeven verzorgt zij cursussen over filosofische thema’s.

Tijdens de lezing of liever, het gesprek, proberen we stapsgewijs het Godsbeeld van Spinoza te begrijpen: Deus sive Natura, God of de Natuur.